Het is een generatiedingetje: de gekleurde monstertjes van het Pokémon-schaakspel brengen vooral bezoekers onder de dertig jaar in vervoering. De hoofdrolspelers van dit schaakspel, de Pokémon, veranderden namelijk na hun verschijning in 1996 voorgoed de belevingswereld van kinderen.

Beestjes ruilen

Pokémon, oftewel broekzakmonstertjes, is van oorsprong een videospelletje voor op de Gameboy zakcomputer van de Japanse producent Nintendo. Als speler ben je een trainer die door de wereld van Pokémon reist om monstertjes te vangen en op te leiden. Deze wilde monstertjes houden zich verborgen in een virtueel natuurlandschap van bossen, velden, water en grotten. De trainer verzamelt zoveel mogelijk verschillende monstertjes en laat ze wedstrijdjes spelen tegen anderen. Door te winnen, worden de monstertjes sterker en de speler een steeds betere trainer. Het doel is om kampioen van alle trainers te worden én alle monstertjes te verzamelen en te categoriseren.

Dat categoriseren is een belangrijk onderdeel van Pokémon en daarmee onderscheidt het zich van andere videospellen. Elk monstertje heeft zwakke en sterke kanten door het type element waartoe hij behoort. Een monstertje van het element vuur verliest bijvoorbeeld van een monstertje van het element water, omdat water vuur blust. Het gaat in het spel niet om het gevecht, Pokémon kunnen ook niet dood gaan, maar om het evolueren van de monstertjes na de winst.

Afgeleide spellen

Pokémon Pikachu

In het eerste Pokémon-spel voor de Gameboy verbonden twee spelers hun computertjes met behulp van een kabeltje en zo wisselden ze hun monstertjes uit. Er waren 151 monstertjes in allerlei vormen en maten om te vangen en te trainen. Ondertussen zijn er bijna 500 monstertjes en wordt Pokémon vooral op nieuwe spelcomputers gespeeld.

Naast allerlei afgeleide spelvormen, zoals het Pokémon schaakspel, is er ook het nog steeds populaire Pokémon kaartspel. Hierbij kunnen de spelers hun monstertjes op de Pokémonkaarten tegen elkaar laten spelen om te kijken wie de beste trainer is.

Nadat Nintendo het computerspel uitbracht in 1996 (in Japan, en Europa volgde in 1999), was het spel een instant hit en het jaar erop volgde al de animatieserie. In deze serie volgen de kijkers de jonge Pokémon-trainer Ash op zijn avonturen om Pokémon-master te worden. Een belangrijke rol in de serie is weggelegd voor Ash’ vriendje, het gele hamsterachtige monstertje Pikachu. Het is geen bijzonder monstertje maar vanwege de animatieserie is Pikachu uitgegroeid tot hét symbool van Pokémon. Hij is dan ook niet voor niets de Koning in het Pokémon-schaakspel.

Jeugdherinneringen

Het bijzondere element van het verzamelen en categoriseren van monstertjes komt voort uit de jeugdherinneringen van de Japanse bedenker en ontwerper van het spel, Satoshi Tajiri. Geboren in 1965 groeide hij op in een buitenwijk ten zuidwesten van Tokio. Toen hij op de basisschool zat, waren er nog geen geasfalteerde wegen in zijn buurt. Er was volop natuur en op zijn weg naar school liep de jongen door bossen, langs rijstvelden en kruiste hij een kronkelig riviertje.

Pokémon Poliwag

Tajiri’s favoriete bezigheid was het verzamelen en bestuderen van insecten. Zijn ontdekkingen zou hij later gebruiken bij het bedenken van de eigenschappen van de Pokémon. Het monstertje Poliwag bijvoorbeeld is gemodelleerd naar de kikkervisjes (polliwogs) die in de poeltjes van de rijstvelden leefden. De jonge Tajiri had ze vaak opgevist en van dichtbij bewonderd. Vooral de organen, die je door de doorschijnende lichaampjes goed kon zien zitten, vond hij intrigerend. En net als een echt kikkervisje kan Poliwag evolueren tot het padachtige monstertje Politoed.

De moderne vooruitgang bereikte de buitenwijken van Tokio en eenmaal op de middelbare school vervingen rijtjeshuizen de bossen en rijstvelden en werd het kronkelige riviertje ingedamd. Alle speelplekken in de natuur waren verdwenen. Op dat moment vond Tajiri het niet erg, omdat hij een nieuwe hobby had gekregen: computerspelletjes. Hij vergat de natuur en zijn insectenverzameling maar begin jaren negentig, toen hij al een professioneel gameontwerper was, kwamen zijn jeugdherinneringen weer boven. Hij zag twee kinderen tegen elkaar spelen met hun nieuwe Gameboy en hij kreeg het idee om ze virtuele insecten te laten verzamelen en te laten uitwisselen via het verbindingskabeltje. Pokémon was geboren. In gedachte dan, want het duurde uiteindelijk nog jaren voordat zijn idee een game zou zijn.

Game Freak

In zijn tienerjaren maakte de gameliefhebber Tajiri een handgeschreven blaadje vol met gametips, Game Freak geheten. Hij fotokopieerde zijn maaksel en verspreidde het. Eén van de enthousiaste lezers, Ken Sugimori, zocht hem op en de jongens werden vrienden. Ze gingen het blad voortaan samen maken, waarbij Sugimori de tekeningen voor zijn rekening nam. Hij zou uiteindelijk ook alle 151 monstertjes uit het eerste Pokémon-spel tekenen. Hun magazine werd professioneler maar de mannen wilden graag meer dan over games schrijven: ze wilden ze zelf maken.

Op 26 april 1989 richtten ze een videogamebedrijf op met dezelfde naam, Game Freak. Enkele jaren later sprak Tajiri met Nintendo over het insecten-idee en kreeg Game Freak de kans om het spel te ontwikkelen. Vanwege de complexiteit van de Pokémon-wereld en al die verschillende eigenschappen van alle monstertjes, duurde het uiteindelijk zes jaar totdat het klaar was.

Tajiri was bang dat het idee van monstertjes verzamelen niet zou aanslaan bij jongeren die in de stad leefden en geen echte beestjes in het wild meer kenden, maar niets was minder waar. Eenmaal in de winkels, waren de Japanse schoolkinderen binnen no time idolaat van het spel en de rest van de westerse wereld volgde. En dat verklaart de blije gezichten voor de vitrine met het Pokémon-schaakspel.

Door Marjolein Overmeer