Markante koppen, dat is wat het eerst opvalt bij deze meerschuim schaakstukken. Meerschuim is een bijzonder mineraal, waarvan men vroeger dacht dat het uit de zee kwam. Het zou zeeschuim zijn dat ooit, in een ver verleden, van de golven was gespat en versteend.

De Collectie J.M. Glotzbach bevat een schaakspel van zwarte en witte meerschuim schaakstukken. De naamgever van de collectie, de heer Glotzbach, nam vaak schaakspellen mee naar huis wanneer hij op reis ging. Dit spel kocht hij echter bij een boekhandel in Den Haag. De herkomst is onzeker en de heer Glotzbach had de notitie ‘Klein-Azië?’ genoteerd bij een foto van dit spel. Geen vreemde gedachtegang, aangezien Turkije sinds de negentiende eeuw een waar meerschuim-productieparadijs is.

Prehistorische delfstof

De prehistorische mens gebruikte het mineraal, dat we in West-Europa nu meerschuim of zeeschuim noemen, al om beeldjes van te maken. Ze zijn door archeologen teruggevonden als grafgiften. Welke naam zij het mineraal gaven, weten we niet, maar meerschuim is waarschijnlijk een verbastering van het woord ‘mercan’, wat koraal betekent in het Turks. Vanwege het witte en poreuze uiterlijk heeft het wel iets weg van schuim, wat het geloof in de ontstaansgeschiedenis van zeeschuim en later de verbastering van het Turkse woord aannemelijk maakt.

Maar waarom komt het van een Turks woord? Omdat meerschuim vooral in Turkije te vinden is. Het mineraal is namelijk redelijk zeldzaam en er zijn maar een paar vindplaatsen ter wereld. De meeste meerschuim kwam eeuwenlang uit de mijnen bij Eskişehir, aan de Turkse kust tussen Istanboel en Ankara. In deze streek zijn mijnen met smalle gangenstelsels en nauwe schachten bewaard gebleven. De delfstof moest tientallen meters onder de grond gedolven worden.

Pijpendraaiers

Meerschuimpijp met jachtscène, circa 1870

Vanuit Turkije vond meerschuim zijn weg naar het westen van Europa. In de negentiende eeuw schoot de export omhoog en wel in de vorm van pijpenkoppen. Met de komst van tabak uit Zuid-Amerika en de opkomst van het roken vanaf de zeventiende eeuw, zochten de mensen materialen om hun tabak in te doen. Meerschuim bleek daarvoor uitermate geschikt. Het poreuze gesteente absorbeert vocht, waardoor je de tabak goed droog kan roken. En omdat meerschuim zo licht is, ligt het lekker in de hand.

Meerschuim bewerken is een speciaal ambacht, wat nog steeds rond Eskişehir wordt beoefend. Het mineraal wordt in het water gelegd, waarna het zich vol zuigt als een spons. Het wordt dan zachter – het heeft iets weg van een stuk zeep – en je kunt het bewerken door erin te snijden. Wanneer het object in de juiste vorm is gesneden, wordt het in de oven gekookt met was om uit te harden en om het te laten glanzen.

Bij het maken van pijpen ging het pijpendraaien nog aan dit proces vooraf. Meerschuim is een kwetsbaar materiaal en de pijpendraaiers, die vanwege hun kunde in hoog aanzien stonden, gingen heel voorzichtig te werk. Op een draaibank boorden ze heel behoedzaam de gaten van de pijpenkop en het beginnetje van de steel in het meerschuim. De stukken mineraal waren niet groot genoeg en te kwetsbaar om heel de steel van te kunnen maken. Nu de pijpenkop zijn definitieve vorm had, konden de pijpensnijders het decoratief afmaken.

Exclusief

Markante kop van een Indiër?Meerschuim schaakspel, Collectie J.M. Glotzbach nummer 50.

De handgemaakte pijpenkoppen vonden gretig aftrek onder de Europese elite. Al snel kwamen er in Europa handelscentra in meerschuim pijpen en werkplaatsen voor het bewerken van meerschuim naar de lokale pijpenmode en voor het namaken van het schaarse meerschuim. Met name Wenen en Boedapest werden grote productiecentra in de negentiende eeuw.

Er zijn talloze manieren om meerschuim na te maken en van de bereidingswijzen is er één met naam bewaard gebleven: Wener Johann Wagner perste afvalgruis van meerschuim met olie en terpentijn onder hoge druk tot ‘paté de Wagner’ oftewel Weens meerschuim. Deze meerschuimpasta kon na opdrogen worden gesneden en bewerkt. Het eindproduct is amper van meerschuim-uit-één-stuk te onderscheiden, totdat je je pijpje opsteekt. De pasta is namelijk een stuk minder poreus waardoor echt droog roken er niet meer in zit.

De groei zat er flink in, in Wenen. Halverwege de negentiende eeuw bevonden zich meerdere ambachtelijke bedrijfjes met zo’n twaalf werknemers in de stad, terwijl 25 jaar later heuse fabrieken waren verrezen waar tientallen ambachtslieden werk vonden. In totaal maakten ongeveer 200 Weense pijpendraaiers en -snijders een ton meerschuim pijpen per jaar.

Na de Eerste Wereldoorlog kwam de klad in de pijpenmakerij. De sigaret was bezig aan een onstuimige opmars ten koste van de pijp en daarnaast vervingen strakke houten pijpen de dure en vaak protserige modellen van meerschuim. In Turkije, dat in 1961 de export van onbewerkt meerschuim verbood, bleef men tot de dag van vandaag het mineraal uit de mijnen van Eskişehir halen. Naast pijpen worden er vooral kleine snuisterijen en souvenirs voor de steeds grotere stroom toeristen gemaakt. Grote kans dat het schaakspel van meerschuim hier zijn oorsprong heeft.

Door Marjolein Overmeer