De verkiezingsdebatten hebben de afgelopen tijd de media beheerst. Het thema veiligheid speelde hierbij ook een rol. Meer blauw op straat of juist bezuinigen? Maar hoe pakte de overheid de criminelen vroeger aan?

Zo lang als er mensen rondlopen, zijn er criminelen. Na het vertrek van de Romeinen in de vroege middeleeuwen was er in Nederland geen sterke centrale macht die straffen uitdeelde. Het recht van de sterkste gold, ook al waren er wel wetten: wanneer iemand een misdaad had begaan, moest hij een boete betalen aan het slachtoffer of diens familie. Maar alleen als de dader betrapt was. Een politie die achteraf de dader ging zoeken, bestond  niet.

Lijfstraffen of gevangenis?
Wanneer het bevolkingsaantal en de werkgelegenheid groeien in de 13de eeuw, gaan steeds meer mensen bij elkaar wonen. Steden ontstaan en daarmee een sterkere behoefte aan ordebewaking: de schout. Hij ging actief op zoek naar de misdadigers, pakte ze op en liet ze straffen op een centrale plek. De uitvoering van de straffen of executies werd vooraf rondgebazuind door de omroeper van de stad. Zo wisten de inwoners wat de dader op zijn kerfstok had en konden ze even een kijkje gaan nemen.

Gevangenisstraf, ter beroving van de vrijheid, bestond nog niet. Opgepakte daders werden slechts opgesloten in afwachting van hun lijfstraffen. Hoe erger de misdaad, hoe pijnlijker de straf: oog om oog… Dit betekende stokslagen, aan de schandpaal, uitgestrekt op een rad (radbraken) of zelfs ophangen. Vervolgens hing het lijk van de misdadiger op een speciaal galgenveld. Langstrekkende reizigers met kwaad in de zin waren gewaarschuwd.


Wanneer een kleine misdaad was begaan, bijvoorbeeld laster of uitschelden, dan kreeg de dader een dag lang een zwaar blok aan zijn been. Voorbijgangers mochten viezigheid, zoals paardendrek gooien. Het hebben van een goede naam en reputatie was erg belangrijk zodat deze openbare straf werd gezien als een schande en vernedering. Iets om te voorkomen.

Pompen of verzuipen
In de 17de eeuw kwam vrijheidsberoving in zwang met het idee om de misdadigers en landlopers te heropvoeden. De heropvoeding geschiedde door middel van zware lichamelijke arbeid. Arme mensen, opgepakt voor het stelen van een brood, waren niet langer een onderdeel van Gods schepping. Ze hadden hun armoedige situatie zelf gecreëerd door hun luiheid. Werken terwijl ze vastzaten zou goed voor hen zijn. Deze gevangenissen werden tuchthuizen genoemd.

In Amsterdam stond de bekendste en hier kwamen de toeristen zelfs een kijkje nemen. Na het betalen van de entree konden ze binnen zien hoe de mannen hout bewerkten en de vrouwen wol sponnen. Het Amsterdamse Tuchthuis was ook berucht om zijn kelder met hoog water. Ongehoorzame gevangen die hier terecht kwamen, konden kiezen. Pompen voor hun leven of verzuipen. Helaas voor de armoedzaaiers was het omkopen van de schout de enige manier om uit het Tuchthuis te blijven . En geld hadden ze nou net niet…

Napoleon creëert politiekorps
Politiekorpsen zoals we die nu kennen komen uit de 19de eeuw. Koning Lodewijk Napoleon verving de plaatselijke schouten en de nachtelijk patrouillerende nachtwachten voor een plaatselijk politiekorps. Ook gebruikte hij op grote schaal politie in burger als spionnen om tegenstanders van zijn regime op te sporen. Na de definitieve ondergang van het Franse keizerrijk in 1813 werd Willem I van Oranje de nieuwe Nederlandse koning. Hij vond het systeem van de politiekorpsen wel een goed idee en hield het zo. De gevangenisstraf burgerde steeds meer in en in 1854 zouden lijfstraffen worden afgeschaft: te barbaars.

Het Schaakstukkenmuseum, van alle markten thuis, heeft ook een politieschaakspel in de collectie. Het spel komt uit de Verenigde Staten en beeldt het politiekorps tegenover het korps van de brandweer uit. Vandaar de Amerikaanse uniformen van de schaakstukken.

Door Marjolein Overmeer