In 1919 brak de Derde Anglo-Afghaanse oorlog uit tussen Groot-Brittannië en Afghanistan. De Engelsen waren bang dat de Russen de macht zouden grijpen in Afghanistan maar konden hier weinig tegen doen, oorlogsmoe na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) .

Schaakspel uit Afghanistan, ca. 1970

Schaakspel uit Afghanistan, ca. 1970

Hetzelfde jaar kwam het tot een wapenstilstand. Amanullah Khan riep zichzelf uit tot koning van Afghanistan en tekende 19 augustus 1919 het Vredesverdrag met Engeland: zijn land was vanaf nu officieel  onafhankelijk.

Ridder Dijkshoorn hoorde de verhalen over de strijd tussen Afghanen en Engelsen bijna uit eerste hand. De afstammelingen van de moedige Afghaanse strijders vertelden hem er in de jaren ’60 van alles over tijdens zijn hippiereis richting het Midden-Oosten.

“In het schaakstukkenmuseum staat een schaakspel dat afkomstig is uit Afghanistan. Een spel waarvan de marmeren stukken opgeborgen kunnen worden in het metalen kistje, dat zeer fraai beplakt is met stenen tegeltjes die het schaakbord vormen. Om helemaal eerlijk te zijn, weet ik inmiddels niet eens meer hoe ik eraan gekomen ben.”

“Was het meegenomen door een van de soldaten die in Kunduz gelegerd waren? Of was het meegenomen door een Afghaanse asielzoeker, op de vlucht voor de Taliban? Of heb ik het gekocht in een van de winkels in Nederland, die producten uit ontwikkelingslanden verkopen? In ieder geval heb ik het niet zelf meegenomen vanuit mijn reis naar Afghanistan eind jaren ’60. Deze indrukwekkende tocht was een onderdeel van de ‘Hippy-Trail’ naar Indië. Het Afghaanse spel zou te groot en te zwaar zijn om in mijn rugzak mee te kunnen sjouwen.”

Koning Amanullah Khan

Koning Amanullah Khan

Modernisering en oude verhalen
“In het Schaakstukkenmuseum staat een schaakspel dat afkomstig is uit Afghanistan. Een spel waarvan de marmeren stukken opgeborgen kunnen worden in het metalen kistje, dat zeer fraai beplakt is met stenen tegeltjes die het schaakbord vormen. Om helemaal eerlijk te zijn, weet ik inmiddels niet eens meer hoe ik eraan gekomen ben. Was het meegenomen door een van de soldaten die in Kunduz gelegerd waren? Of was het meegenomen door een Afghaanse asielzoeker, op de vlucht voor de Taliban? Of heb ik het gekocht in een van de winkels in Nederland, die producten uit ontwikkelingslanden verkopen? In ieder geval heb ik het niet zelf meegenomen vanuit mijn reis naar Afghanistan eind jaren ’60. Deze indrukwekkende tocht was een onderdeel van de Hippy Trail naar India. Het Afghaanse spel zou te groot en te zwaar zijn om in mijn rugzak mee te kunnen sjouwen.”

Modernisering en oude verhalen
“Tja, Afghanistan was in die tijd nog een koninkrijk, maar er werd gefluisterd dat de koning zijn paleis niet meer uit durfde omdat de werkelijke macht bij zijn neef lag; de premier van het land. De neef probeerde van Afghanistan een modern land te maken, onder andere door westerse kleding te promoten en ook scholing voor vrouwen mogelijk te maken. In de dagelijkse praktijk zag je daar op straat weinig van: de kleding was nog nagenoeg standaard islamitisch. De mannen in hun broeken met het lage kruis; de vrouwen in de chador, waarbij zij slechts door een klein gaasje naar de buitenwereld konden kijken.”

“Dat de Afghanen een heel trots bergvolk zijn, bleek wel uit het feit dat de wat meer welvarende mannen een ouderwets maar prachtig versierd musketgeweer over hun schouders droegen wanneer zij de straat op gingen. Daar staken de leger- en politieofficieren karig bij af: meestal bezaten zij niet meer dan één stuk van een uniform, hetzij een broek, hetzij een jasje, hetzij een pet, maar nooit alle drie tegelijkertijd. Ik hoorde verhalen hoe dit leger aan het eind van de negentiende eeuw tot drie maal toe de Engelsen uit hun land verdreven had. Bij de eerste keer vond een zeer bloedige slag plaats in de Khyberpas, de enige verbindingsweg tussen Kaboel (Afghanistan) en Peshawar (Pakistan). Toen ik later met de bus door deze zeer nauwe pas reisde, kon ik mij voorstellen hoe de Engelse soldaten geen enkele kans maakten tegen de in hinderlagen gelegen Afghanen. Maar wat hadden de Engelsen dan in Afghanistan te zoeken? Hun angst dat de Russen via Afghanistan naar India zouden oprukken.”

VS ook bang voor Russen
“Juist het ingeklemd zitten tussen twee grootmachten gaf Afghanistan de kans zelfstandig te blijven. En natuurlijk de bergachtige structuur van het land, dat het net zo moeilijk te bezetten maakt als Zwitserland. Toen ik in Afghanistan was, waren de Engelsen al een lange tijd verdwenen en maakten de Afghanen dankbaar gebruik van de Koude Oorlog tussen Rusland en de VS. Ditmaal werd niet met wapens gevochten, maar met ontwikkelingsgeld. Het land kreeg een spiksplinternieuwe geasfalteerde weg tussen de drie belangrijkste steden: Herat in het Westen, Kandahar in het Zuiden en Kabul in het Oosten. Nog steeds herinner ik mij de tocht in het berggebied tussen Herat en Kandahar, waarbij de chauffeur van de prachtig beschilderde bus op brandstof bespaarde. Bij een afdaling zette hij de versnellingsbak in zijn vrij en reed zo met een tomeloze vaart de berg af. Sinds die tijd ben ik ‘bewust fatalistisch’ als ik op reis ga.”

Afghaanse jas van suède, 1965 - 1975 (Museum Rotterdam)

Afghaanse jas 1965 – 1975 (Museum Rotterdam)

“Ik heb genoten van Afghanistan. De bevolking was uiterst vriendelijk tegenover de ‘vreemdelingen uit het westen’. En hun handel profiteerde ook van de Hippy Trail: overal zag men kleine naaiateliers waar de bekende Afghaanse jassen gemaakt werden. Met hun schapenbont aan de binnenkant en de prachtige borduursels van bloemen en dergelijke aan de buitenkant. Een kennis van me besloot meteen terug te keren naar Nederland en daar een Volkswagenbusje te huren, waarmee hij leeg naar Afghanistan reisde. Propvol Afghaanse jassen kwam hij weer in Nederland terug; op die manier een bloeiende kledingzaak uit de grond stampend.”

“Ik zelf deed wat langer over de terugreis en genoot nog van Iran, toen  nog Perzië geheten. Hier was de Sjah nog aan de macht, hetgeen hij duidelijk liet zien door bij elke toegang tot elk dorpje of stadje een plantsoentje aan te leggen met daarin een fonteintje en een groot standbeeld van zichzelf.”

Engelsen, Russen, Amerikanen…
“Tja, wat is er na die tijd veel veranderd. Ikzelf rondde mijn studie af en deed mijn werk in Nederland. De Sjah werd uit Perzië verdreven, in Afghanistan kwamen de Russen de neef van de koning te hulp in zijn streven naar modernisering. Dit mondde uit in een bezetting, waarbij de vrouwen in Afghanistan weer naar school konden en zich ook niet meer in een chador hoefden te verbergen. Deze ontwikkelingen riepen vervolgens een tegenreactie op van islamitisch verzet, waarbij de VS zo onverstandig waren om de Afghaanse krijgsheren te bewapenen. De Afghanen konden nu zelf de Russen uit hun land verdrijven… Inmiddels worden diezelfde wapens ingezet om de Amerikaanse soldaten en hun War on terror uit Afghanistan te verjagen. Hun zoektocht naar Osama bin Laden leidde de Amerikanen uiteindelijk naar Pakistan, waar de man ondergedoken bleek te zitten.”

“Gelukkig lijkt het erop dat Barack Obama tot het inzicht is gekomen dat je maar beter geen rebellen kunt bewapenen. Zeker niet in het grillige gebied van het Midden-Oosten, waar inmiddels de eeuwenlang sluimerende verschillen tussen de sjiitische en soennitische islamieten is uitgebarsten in een heftige onderlinge strijd. Hoe het allemaal gaat aflopen? God/Allah mag het weten.”

Door Ridder Dijkshoorn