Bij het bewonderen van de gracieuze schaakstukken uit Indonesië zullen de bezoekers van het schaakstukkenmuseum niet snel denken aan de Tweede Wereldoorlog. Of aan Nederland. Toch zijn zij onmiskenbaar met elkaar verbonden.

Handgesneden schaakstukken van sandelhout (wit) en rozenhout (zwart) uit Bali, Glotzbach collectie nr. 55.

Al sinds eind 16de eeuw voeren Nederlandse handelaren naar Indonesië. De exotische kruiden en specerijen die ze daar inkochten, konden zij weer met veel winst verkopen in Amsterdam. De VOC stichtte in 1619 de handelsnederzetting Batavia op het eiland Java en de stad zou die naam tot aan de Tweede Wereldoorlog blijven dragen.

In 1830 stelde gouverneur-generaal Johannes van den Bosch het cultuurstelsel in. Dit was een belastingsysteem waarbij de inheemse bevolking bij wijze van pacht 20% van hun grond moest gebruiken voor producten die rechtstreeks naar Nederland gingen. Het ging dan vooral om producten als koffie, thee en suiker die door de Nederlandsche Handel-Maatschappij met veel winst werden verkocht. Vanwege corruptie bij de Nederlandse ambtenaren moesten de boeren vaak meer dan 20% van hun grond gebruiken. Dit leidde tot verpaupering van de bevolking en bij slechte oogsten zelfs tot hongersnood.

Ongewenste gevolgen van emancipatie
Aan het eind van de 19de eeuw, na steeds luidere protesten over misbruik van de inheemse bevolking, ontwikkelde de Nederlandse regering  het beschavingsoffensief. Door de Nederlandse cultuur en omgangsvormen in te voeren zouden de minderwaardige Indonesiërs ook beschaafd worden. De bevolking, die altijd dom was gehouden, kreeg nu onderwijs in het Nederlands. Hierdoor groeide het aantal ontwikkelde en belezen Indonesiërs. Zij werden mondiger en eisten hun plaats op in het economische leven en in het bestuur.

De Nederlandse regering gaf de Indonesiërs wat meer bevoegdheden maar met moeite. De Nederlanders vormden, samen met andere Europeanen, de elite en zij hield haar gelederen graag gesloten. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog veranderde alles. Nadat Hitler half Europa had veroverd met zijn troepen, begon in het Oosten zijn Japanse bondgenoot zich te roeren. In 1942 bezette Japan Nederlands-Indië en probeerde alles wat Europees was uit de samenleving te verwijderen -dit gold ook voor de Nederlandse burgers- en zo de “Groot-Aziatische Welvaartssfeer” te creëren. Ruim 150.000 Nederlandse burgers en krijgsgevangen werden in kampen gestopt, vrouwen en kinderen apart van de mannen. Hun gezondheid ging hollend achteruit door constante mishandeling, dwangarbeid, voedseltekort en ziektes. Krijgsgevangen moesten ellenlange spoorwegen aanleggen in de jungle of werken in de mijnen. Veel van hen overleefde dit niet: volwassenen van nog geen 40 kilo vormden geen uitzondering.

Bezetter biedt bescherming
De capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 was dan ook een godsgeschenk. Vrijheid, eindelijk! De Britten zouden Nederlands-Indië komen ontzetten maar de verantwoordelijkheid voor de rust en orde bleef bij de Japanners totdat zij zouden landen. Dit bleek nodig te zijn. Gedurende de bezetting had de nationalistische beweging zich verder ontwikkeld en haar leider Soekarno riep op 17 augustus 1945 de Indonesische onafhankelijkheid uit.

Declaration of independence by Soukarno

Declaration of independence by Soukarno

In eerste instantie merkten de Nederlanders hier niet zoveel van en ze begonnen op eigen houtje de kampen te verlaten en hun oude huizen en banen weer in te nemen. Hierdoor groeide de achterdocht bij de Indonesiërs en vooral in de grote steden werd de sfeer steeds grimmiger. Gewapende bendes scheurden rond en scholden Nederlanders uit, joegen hen van de markten of vermoordden hen.

De enige veilige plek bleek het gehate Jappenkamp. Wanneer de bendes ook die proberen te bestormden, sluiten de poorten weer dicht en verdubbelt de bewaking. Daar zaten de Nederlanders weer opgesloten, alleen nu werden ze beschermd door de onmenselijke bezetter. Dit zou nog weken duren: vanwege het tekort aan Britse manschappen en materieel lieten zij lang op zich wachten.

In de jaren tussen de bevrijding en de erkenning van de Indonesische Republiek in 1949, vertrokken de meeste Nederlanders uit Indonesië. Wie nu teruggaat, ziet weinig terug van hun aanwezigheid, behalve vervallen huizen in het oude Batavia en een begraafplaats vol Nederlandse namen.

Door Marjolein Overmeer