Vijftig jaar geleden vond het legendarische Woodstockfestival plaats in de Verenigde Staten. Een jaar later volgde het Nederlandse zusje, en wel in Rotterdam.

Schaken is een serieuze bezigheid, of toch niet? De wiet-schaakstukken in Rotterdamse kleuren geven het spel in ieder geval een relaxte ondertoon. De reden om dit spel uit te lichten is het Holland Pop Festival. Op 26 juni 1970 begon dit muziekfestival aan de oever van de Kralingse Plas en de joints en de hasjpijpen gingen veelvuldig rond. Dit ‘vredig feest van blije vogels’ (volgens het AD van 29 juni 1970) zou drie dagen duren en was daarmee het het eerste meerdaagse openluchtfestival op het Europese vasteland.

De Verenigde Staten waren in die tijd het grote voorbeeld voor dagenlange festivals vol alternatieve muziek, drugs en love & peace – idealen. Het land was niet alleen de bakermat van de hippiebeweging maar ook van de popcultuur. In de jaren vijftig werden er folkfestivals in de open lucht georganiseerd, waar ook pop- en rockmuziek te beluisteren was. In het decennium daarna begonnen popgroepen in open stadions te spelen, zoals de Beatles tijdens hun Amerika-tournee in 1966. Deze muziek in de buitenlucht viel samen met de opkomst van de hippiebeweging in San Francisco: jongeren die zich afzetten tegen de de burgermaatschappij en die duidelijk herkenbaar waren aan hun kleding, haardracht, maar ook hun alternatieve muzieksmaak.

Buitenlandse bands

Santana stond tijdens Woodstock op het podium en een jaar later in Kralingen.

Georganiseerd voor en door deze groep met hun eigen vredelievende levensstijl, kwamen de grote, meerdaagse bijeenkomsten in zwang. Samen zijn en naar muziek luisteren, maar ook drugs gebruiken, waren hierbij belangrijke ingrediënten. Tienduizenden hippies kwamen op deze muziekfestivals af, met Woodstock als legendarisch hoogtepunt. Vele belangrijke artiesten van dat moment traden op tijdens dit festival, dat meer dan 400.000 bezoekers wist te trekken. Er was gerekend op niet meer dan 200.000 mensen…

Het jaar erop, op 27 en 28 juni 1970, was er een meerdaags festival met grote namen in het Engelse Bath. Dit heeft ervoor gezorgd dat de organisatoren van het Holland Pop Festival veel buitenlandse bands konden boeken: ze hoefden alleen nog maar de Noordzee over te steken. De line-up in Kralingen was voor muziekliefhebbers dan ook om van te watertanden met bekende namen als Pink Floyd, Jefferson Airplane, Santana, en zelfs The Byrds. Niet eerder waren er zoveel beroemde buitenlandse bands tegelijkertijd in Nederland te beluisteren, en dat wel drie dagen achter elkaar! Op de podia van het nog steeds bestaande Pink Pop bijvoorbeeld, waarvan in datzelfde jaar de eerste editie had plaats gevonden, hadden bijna alleen maar Nederlandse acts gestaan.

Van heinde en ver

Rob Mieremet (ANEFO) – GaHetNa (Nationaal Archief NL) 923-6254
Holland Popfestival 1970, Kralingen, Rotterdam

De muziek bleek niet de enige of de belangrijkste trekpleister, verre van zelfs. Tijdens het festival werden er door de overheid meerdere sociologen aan het werk gezet, die enquêtes afnamen bij 1100 bezoekers. De sfeer, persoonlijke vrijheid en het samenzijn met een grote groep gelijkgestemden waren belangrijke redenen voor de bezoekers geweest om af te reizen naar Kralingen. En ze kwamen van ver: 21% kwam uit het buitenland, met zelfs een groot deel Amerikanen. Ook de Nederlanders kwamen vanuit alle uithoeken naar Rotterdam toe.

In totaal trok het Holland Pop Festival tussen de 60.000 en 100.000 bezoekers, waarvan driekwart jonger was dan 22 jaar. De bezoekersaantallen zijn onzeker omdat het merendeel het terrein op kwam zonder te betalen. Slechts 30.000 mensen hadden een kaartje gekocht en de rest wist buiten de officiële ingang om binnen te komen. De stewards hadden het namelijk te druk met naar de muziek te luisteren in plaats van het terrein te bewaken. Onder de honderden onbetaalde stewards zaten veel muziekliefhebbers die door dat baantje gratis het festival konden bijwonen.

Drugsteam

En dan de drugs. Volgens de enquête gebruikte de helft van de bezoekers drugs, waarvan veel voor het eerst. De sfeer was heel ontspannen, de bezoekers zaten of lagen lekker in het gras en de drugs gingen vrij rond. Het terrein was die drie dagen een soort vrijstaat met een officieel afwezige politie. Buiten de poort was wel een politiepost, maar binnen traden ze niet op tegen het drugsgebruik. Er waren undercover-agenten in regenjassen, die niet onopgemerkt bleven. Ze vielen nogal uit de toon bij de rest van de festivalgangers in hun hippie-outfits.

Wiet-schaakspel

De organisatoren zelf waren goed voorbereid op eventuele vervelende gevolgen van drugsgebruik. Ze hadden een drugsteam aangesteld van 70 artsen, voorlichters en andere hulpkrachten. Dit team hield de festivalgangers actief in de gaten en stond ze voornamelijk bij met vitamine C-tabletten en goede raad. Het viel het team op dat de meeste festivalgangers weinig tot niets wisten over de drugs die ze hadden gebruikt. Desondanks zijn er weinig slachtoffers gevallen: het team hielp 500 mensen die onwel waren geworden maar slechts 10 eindigden in het ziekenhuis.

Tegenwoordig is wiet gereguleerd en een stuk minder exotisch dan voor de jongeren die in 1970 aan de Kralingse Plas lagen. Het wietblad als symbool wordt ook allang niet meer alleen met hippies geassocieerd. Van een schaakspel met wiet- en waterpijpstukken kijken we in het Schaakstukkenmuseum dus niet vreemd op.

Door Marjolein Overmeer