31 Mei is de Efteling jarig. Al bijna 60 jaar genieten jong en oud van de feeërieke figuurtjes in het Sprookjesbos. De grootouders van nu herinneren zich nog goed hoe ze zelf als kind de sprookjes bewonderden.

Attractiepark De Efteling in Kaatsheuvel vindt haar oorsprong in een speeltuintje, opgericht door twee kapelaans in 1933. Hier kon de Katholieke bevolking uit de omgeving hun hart ophalen. Na de fusie met de plaatselijke voetbalvereniging ontwikkelde de speeltuin zicht tot een klein pretparkje. Naast de bestaande voetbalvelden en speeltuin met draaimolens en een glijbaan werden een kabelbaan, een ponybaan en een wielerbaan aangelegd. Na de oorlog liepen de inkomsten uit de leerindustrie achteruit voor de inwoners van Kaatsheuvel. De nieuwe burgemeester Van der Heyden ging op zoek naar andere verdiensten voor het dorp. Hij zag wel wat in het toerisme en stichtte in 1950 het Natuurpark Efteling om het pretparkje uit te breiden.

Doornroosje sinds 1952 in de Efteling

Doornroosje sinds 1952 in de Efteling

Anton Pieck wordt binnengehaald
De burgemeestersvrouw was een sprookjesfan waarmee het thema voor de Efteling snel gevonden was. De beroemde tekenaar Anton Pieck (1895-1987) trof met zijn romantische illustraties de sfeer die het park voor ogen had. Pieck werd benaderd om sprookjes tot leven te wekken maar hij zag er in eerste instantie niets in. De tekenaar was bang voor een goedkope variant van zijn creaties, alleen maar om geld in het laatje te brengen.

Hem werden echter de vrije hand en mooie materialen aangeboden en Pieck ging overstag. Hij tekende allerlei ontwerpen die letterlijk werden overgenomen en in 3D nagebouwd. Alles werd uit de kast gehaald om de sprookjes zo echt mogelijk te laten lijken. De haren van Doornroosje bijvoorbeeld, kwamen van de zusters van het nabijgelegen Sint Anna klooster. Zij moesten volgens de regels van het klooster hun haar kort houden en verkochten hun lokken aan de Efteling.

Elke woensdag kwam Pieck bij de werklui kijken of ze zijn ontwerpen wel correct namaakten. Pieck kon zich bijvoorbeeld erg opwinden over het gedegen werk van de metselaars. Het was veel te netjes voor een Sprookjesbos. De metselaars moesten zich van hem inleven en begrijpen dat de stenen juist een beetje scheef gemetseld moesten worden. Er gaan zelfs verhalen dat hij de werklui in de ochtend al een paar borrels aanbood om een slordig resultaat te bereiken.

Sprookjes bekijken voor  36 cent
Op 31 mei 1952 was het zover en opende het nieuwe Sprookjesbos zijn deuren. Voor € 0,36 konden de bezoekers de 10 nieuwe sprookjes bekijken. Sneeuwwitje en de 7 dwergen, de put van Vrouw Holle, Langnek en Doornroosje zijn voorbeelden van attracties van het eerste uur die nu nog steeds te bewonderen zijn. (zie filmpje over de Efteling sinds 1952).

Jaarlijks kwamen er nieuwe sprookjesfiguren bij zoals De Indische Waterlelies in 1966. Dit sprookje is geschreven door de toenmalige Koningin Fabiola van België. Vanaf het begin van de jaren 80 kwam de nadruk in het park meer te liggen op snelle achtbanen. De Efteling moest hiermee gaan concurreren met parken die snelle attracties aanboden want het Sprookjesbos lokte te weinig jongeren. De Python was de eerste achtbaan die het park ontwierp en werd een regelrechte hit.

De Laven in het Schaakstukkenmuseum
Vanaf 1990 ging de Efteling weer gedeeltelijk terug naar haar oorsprong: de sprookjes. Het park ontwikkelde zelfs zijn eigen sprookje over het volk van Laaf. Deze grappige figuurtjes zijn ontworpen door Ton van de Ven, de rechterhand van Anton Pieck. De grote ontwerper was al met pensioen maar Van de Ven ontwierp het Land van Laaf in diens beroemde stijl.

Laven in het Schaakstukkenmuseum

Laven in het Schaakstukkenmuseum

De Laven zijn ook heel populair buiten de Efteling. Menig tuinbezitter heeft een Laaf in zijn tuin of vijver staan. Ook op het schaakbord staan de Laven hun mannetje. In het Schaakstukkenmuseum is nu het schaakspel te zien waarbij de bewoners van het land van Laaf het tegen elkaar opnemen.

Door Marjolein Overmeer