Valentijnsdag komt er weer aan! De dag van de liefde en kaartjes van geheime bewonderaars. In de Middeleeuwen speelden potentiële geliefden graag een potje schaak om de spanning op te bouwen…

Europese ridders gingen vanaf de 11e eeuw op kruistocht om de Heilige Stad Jeruzalem te bevrijden van de moslims. Zo kwamen ze in contact met culturen die een stuk verfijnder waren. De elite van West-Europa kreeg in dezelfde periode steeds meer vrije tijd vanwege de stijgende welvaart en groeiende bevolking. Ze gingen op zoek naar manieren om die extra tijd te besteden en keken de kunst af bij de Arabieren. Vanuit het Franse hof verspreidde de nieuwe ‘hoofse’ cultuur zich over Europa. Hieronder verstonden de edelen niet alleen het genieten van muziek, literatuur en de liefde maar ook beschaafde omgangsvormen en respect ten opzichte van je medemens. De vrouw speelde een belangrijke rol in de hoofse cultuur. Zij werd op een voetstuk geplaatst en aanbeden.

Schaken in de literatuur
In deze romantische elitecultuur was het schrijven en voordragen van gedichten en liederen het summum van beschaving. Ridderverhalen, doorspekt met avontuur en liefde waren favoriet aan het hof. De ridders in deze verhalen vochten niet alleen, ze brachten ook op aangename wijze hun vrije tijd door.

Tristan en Isolde spelen schaak op weg naar het hof van koning Marke, 14e eeuw

Tristan en Isolde spelen schaak op weg naar het hof van koning Marke, 14e eeuw

Onder het genot van goede wijn luisterden ze samen met elegante dames naar gedichten en muziek over de liefde en speelden ze spelletjes. Dobbelen, triktrak, kaarten en dammen waren populair maar schaken was het meest geschikt als spel voor de hoofse liefde. In veel verhalen uit de deze periode zijn verwijzingen naar het schaakspel te vinden of spelen de personages een partij. In de verhalen van Tristan en Isolde en Arthur en Guinevere brengt het schaakspel zelfs de geliefden bij elkaar.

Het spel werd uitermate populair onder de edelen en al snel waren de verwijzingen naar het schaken overal terug te vinden. Niet alleen in de literatuur kwam het schaakspel veel voor maar ook op schilderijen, wandtapijten en zelfs in versieringen van de kathedralen. Het schaakspel werd ook belangrijk voor de opvoeding van de welgestelde kinderen. Petrus Alfonsi benoemde in zijn boek Disciplina Clericalis uit de vroege 12e eeuw, schaken als 1 van de 7 vaardigheden die edele dames en heren moesten beheersen.

Dames hebben de touwtjes in handen
Edelen konden onderling veilig en ontspannen minioorlogen voeren met hun schaakstukken. Het spel duurde vaak dagen omdat elk stuk maar 1 veld per zet mocht opschuiven. Halverwege de 15e eeuw kwam in Europa het idee op om het spel te versnellen. De grootste verandering was de positie van de koningin: ze kreeg meer vrijheid en was in een klap het machtigste stuk op het bord geworden. Deze verheven positie van de koningin paste goed in de hoofse cultuur, waar de dame boven de s
machtende ridders verheven was. De katholieke kerk was alleen iets minder enthousiast over de nieuwe regels. In dit spel kon de koning in het bezit komen van 2 koninginnen en dat riekte naar overspel. Ondanks de heftige protesten van de kerk heeft het schaakspel de Middeleeuwen overleefd en is als spel voor geliefden een populair onderwerp gebleven. Als in de 19e eeuw op nieuw een romantische periode aanbreekt, duiken weer allerlei afbeeldingen op van schakende minnaars. Dit liefelijke porseleinen beeldje uit het Schaakstukkenmuseum is hier een mooi voorbeeld van.

Collectie Schaakstukkenmuseum

Door Marjolein Overmeer