Hongarije heeft meerdere bloedige revoluties meegemaakt in de laatste 150 jaar. De vrijheid die de Hongaren in oktober 1956 bevochten, duurde uiteindelijk 12 dagen. Tevergeefs wachtend op hulp uit het Westen, werden de opstandelingen door de Russen neergeslagen. Pas na de val van de muur kreeg Hongarije haar vrijheid terug.

Hongaarse opstandelingen bij het omvergetrokken beeld van Stalin in 1956

“Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap!” Met deze leus was de 18de eeuw doorspekt. De beginselen zorgden voor een golf van revoluties in Europa, beginnend met de bestorming van de Franse gevangenis de Bastille in 1789. Ook Hongarije, op dat moment onder de Oostenrijkse kroon, zou volgen. In 1848-1849 vochten de Hongaren een onafhankelijkheidsoorlog. Deze opstand werd met behulp van de Russen neergeslagen maar ondanks dat bleven de Hongaren erkenning eisen voor een onafhankelijk koninkrijk.

In 1866 leek het tij te keren. Het verzwakte Oostenrijk leed een gevoelige nederlaag tegen Pruisen en kon de Hongaren niet langer negeren. Het volk kreeg dezelfde rechten als de Oostenrijkers. Dit gold met name voor de elite. Slavische bevolkingsgroepen die onder Hongarije vielen, zoals Slowaken en Kroatiërs, kregen geen inspraak in het binnenlandse bestuur.

Aan de verliezende kant
Na de moord op de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand, stortte Europa zich in 1914 in de Eerste Wereldoorlog. Hongarije vocht aan de kant van Oostenrijk, samen met de Duitsers. Ze verloren uiteindelijk de oorlog en het verdeelde keizerrijk viel uiteen. Na 4 jaar strijd zag Centraal-Europa er totaal anders uit. Oostenrijk-Hongarije bestond niet meer en haar Slavische inwoners vormden nieuwe staten zoals Tsjecho-Slowakije en Joegoslavië. Of sloten zich aan bij landen waar dezelfde bevolkingsgroepen leefden. De onafhankelijke republiek Hongarije werd uitgeroepen, maar dat duurde slechts een jaar.

In 1919 werd het land opnieuw een koninkrijk met dit keer een officier, Miklós Horthy, op de troon. Hongarije koos met de opkomst van de Nazi’s voor de kant van de Duitsers, wat het land duur zou komen te staan. Toen Hitler in 1945 verslagen was, trok het Russische leger het koninkrijk binnen. Officieel als bevrijders maar ze zouden voorlopig niet meer weggaan. Tijdens de eerstvolgende verkiezingen koos slechts 17% van de Hongaren voor het communisme. Stalin accepteerde dit niet en greep in door communisten op belangrijke posities te plaatsen. Tegenstanders werden opgepakt en vastgezet of vermoord.

Studentenverzet werd revolutie
Weer zaten de Hongaren onder een juk maar ze lieten het niet op zich zitten. Studenten toonden zich solidair met de Polen en protesteerden op 23 oktober 1956 tegen de Russische handelswijze in dat land. De demonstratie liep uit de hand en kostte 74 mensen het leven. Deze brute reactie van de Russen zette kwaad bloed en mondde uit in een revolutie. De Hongaren verklaarden zich onafhankelijk tegenover Rusland en hoopten op bijval uit de rest van Europa. Die kwam niet en op 4 november reden de Russische tanks het land binnen. Na enkele bloedige dagen was het afgelopen met de vrijheid. Hierbij kwamen ruim 5000 Hongaren om het leven en wie kon, ontvluchtte het land.

De grenzen onder Russisch bewind gingen dicht en Hongarije werd vervolgens een onderdeel van het gesloten Oostblok. Dit zou zo blijven tot 1989, het jaar van de Val van de Muur. Het verzwakte Rusland was niet langer de baas in Oost-Europa. Hongarije was eindelijk weer een vrije, onafhankelijke republiek en kon na ruim 30 jaar de strijd om de vrijheid uit 1956 gaan herdenken. En tot op de dag van vandaag vieren de Hongaren op 23 oktober de Dag van de Republiek.

Klederdracht op schaakbord
Het Schaakstukkenmuseum heeft schaakspelen over de hele wereld in haar collectie en zo ook een spel uit Hongarije. Dit houten schaakspel van boerenfiguren in zwart-witte klederdracht vindt zijn oorsprong in de communistische staat die Hongarije noodgedwongen was tussen 1945 en 1989.

Door Marjolein Overmeer